Actueel
Zonder contractuele aflossingsverplichting geen renteaftrek
14 oktober 2021
Voor aftrek van rente betaald op een lening voor de eigen woning geldt dat de lening ten minste annuïtair en in ten minste 30 jaar moet zijn afgelost. Er is geen aftrek als in de overeenkomst voornoemde aflossingsverplichting niet contractueel is overeengekomen. Het feitelijk wel in 30 jaar annuïtair aflossen is dan niet meer van belang.
Een zoon en zijn vader gaan een overeenkomst van geldlening aan voor de aanschaf van de woning van de zoon. De vader verstrekt een lening van € 195.000. In de leningsovereenkomst staat dat de (restant)schuld in onderling overleg tussen geldgever en geldlener met elkaar wordt afgestemd en betaald. Voor het jaar 2015 heeft de inspecteur de aangifte van de zoon gevolgd. Hierin heeft de zoon de betaalde rente op de lening aan zijn vader in aftrek gebracht. De inspecteur weigert voor 2016 de aftrek en corrigeert de aangifte. Voor 2015 legt de inspecteur een navorderingsaanslag op. In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is of sprake is van ambtelijk verzuim bij de aangifte 2015 en of de betaalde rente voor de lening voor de eigen woning aftrekbaar is. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur voor 2015 mocht afgaan de aangifte. Die maakte een verzorgde indruk. Een nader onderzoek naar de achterliggende feiten is niet nodig. Ook bestaat de niet-onwaarschijnlijke mogelijkheid dat het niet claimen van andere kosten dan rentekosten in de aangifte juist was. Van een ambtelijk verzuim is geen sprake. De navorderingsaanslag is terecht opgelegd. Voor aftrek van rente op een lening voor de eigen woning moet een contractuele verplichting bestaan tot de aflossing. De lening moet gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig zijn afgelost. In de leningsovereenkomst tussen de vader en zijn zoon staat dat de aflossing van de lening in nader onderling overleg tussen schuldeiser en schuldenaar wordt geregeld. Die bepaling voldoet niet aan de in de wet gestelde voorwaarden. Dat wel in overeenstemming met de wettelijke voorwaarden is gehandeld is niet van belang. De rente is niet aftrekbaar. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-09-2021 (gepubl. 11-10-2021)
Terug naar overzicht
Een zoon en zijn vader gaan een overeenkomst van geldlening aan voor de aanschaf van de woning van de zoon. De vader verstrekt een lening van € 195.000. In de leningsovereenkomst staat dat de (restant)schuld in onderling overleg tussen geldgever en geldlener met elkaar wordt afgestemd en betaald. Voor het jaar 2015 heeft de inspecteur de aangifte van de zoon gevolgd. Hierin heeft de zoon de betaalde rente op de lening aan zijn vader in aftrek gebracht. De inspecteur weigert voor 2016 de aftrek en corrigeert de aangifte. Voor 2015 legt de inspecteur een navorderingsaanslag op. In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is of sprake is van ambtelijk verzuim bij de aangifte 2015 en of de betaalde rente voor de lening voor de eigen woning aftrekbaar is. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur voor 2015 mocht afgaan de aangifte. Die maakte een verzorgde indruk. Een nader onderzoek naar de achterliggende feiten is niet nodig. Ook bestaat de niet-onwaarschijnlijke mogelijkheid dat het niet claimen van andere kosten dan rentekosten in de aangifte juist was. Van een ambtelijk verzuim is geen sprake. De navorderingsaanslag is terecht opgelegd. Voor aftrek van rente op een lening voor de eigen woning moet een contractuele verplichting bestaan tot de aflossing. De lening moet gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig zijn afgelost. In de leningsovereenkomst tussen de vader en zijn zoon staat dat de aflossing van de lening in nader onderling overleg tussen schuldeiser en schuldenaar wordt geregeld. Die bepaling voldoet niet aan de in de wet gestelde voorwaarden. Dat wel in overeenstemming met de wettelijke voorwaarden is gehandeld is niet van belang. De rente is niet aftrekbaar. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-09-2021 (gepubl. 11-10-2021)