Actueel
Waardevermindering bij invoer ex-rental
12 augustus 2021
Een belastingplichtige die een in een andere lidstaat gebruikte huurauto (ex-rental) invoert, mag bij de waardebepaling voor de BPM rekening houden met een extra waardevermindering. De belastingplichtige moet dit echter aannemelijk maken.
Een belastingplichtige heeft een in een EU-lidstaat als huurauto gebruikte BMW 4-serie Gran Coupé 435d High Executive gekocht. De datum van eerste toelating van de auto in Duitsland is 28 september 2017 en op het moment van de BPM-aangifte was 27.389 km met de auto gereden. In verband met de registratie in het kentekenregister heeft de belastingplichtige op basis van een taxatierapport aangifte voor de BPM gedaan. Door de taxateur is bij de taxatie rekening gehouden met het feit dat de auto een ex-rental is en heeft de waarde daarom € 1.200 lager vastgesteld. De auto-eigenaar heeft € 3.927 aan BPM voldaan. De inspecteur heeft op 18 december 2018 een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 3.200. Voor de handelswaarde van € 42.986 baseert de inspecteur zich op de koerslijst van X-RAY. Daarbij is geen rekening gehouden met het feit dat het om een ex-rental gaat. Volgens de rechtbank is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Wel wordt een waardevermindering van 3% toegepast omdat het om een ex-rental gaat. Voor Hof Arnhem is het alleen nog de vraag of er terecht rekening is gehouden met een waardevermindering van 3%. Volgens de inspecteur heeft de auto-eigenaar niet aangetoond dat sprake is van een ex-rental. Wanneer de belastingplichtige gebruik maakt van een in de handel algemeen toegepaste koerslijst waarin ‘ex-rental’ als variabele is opgenomen – zoals in de door de inspecteur toegepaste XRAY-koerslijst – moet ervan worden uitgegaan dat het voor de waardebepaling van een personenauto verschil maakt of de desbetreffende personenauto als ‘rental’ is gebruikt of niet. Omdat vaststaat dat de auto een ex-rentalvoertuig is, brengt dit mee dat bij toepassing van de XRAY-koerslijst de aan deze factor te verbinden waardevermindering kan worden toegepast. Omdat de auto-eigenaar geen koerslijst heeft toegepast waarin de negatieve factor van het huurverleden is verdisconteerd in de handelsinkoopwaarde, moet hij langs andere weg bewijs leveren dat en in hoeverre de omstandigheid van ‘ex-rental’ een waardevermindering tot gevolg heeft. Volgens het hof is de auto-eigenaar hierin geslaagd. Daarbij laat het hof meewegen dat de auto in de ‘rental’-periode intensief is gebruikt – de ‘rental’periode van de auto heeft minder dan één jaar geduurd en in die periode is met de auto meer dan 27.000 kilometer gereden – zodat aannemelijk is dat een waardevermindering in aanmerking genomen moet worden. Ter onderbouwing van de door de belastingplichtige voorgestane waardevermindering van 3%, ofwel € 1.289, heeft de belastingplichtige gewezen op de praktijkervaring van zijn gemachtigde en het door hem ingebrachte taxatierapport waarin een waardevermindering van € 1.200 in aanmerking is genomen ter zake van de omstandigheid van ‘ex-rental’. Gelet daarop acht het hof een waardevermindering van 3% aannemelijk. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 15-06-2021
Terug naar overzicht
Een belastingplichtige heeft een in een EU-lidstaat als huurauto gebruikte BMW 4-serie Gran Coupé 435d High Executive gekocht. De datum van eerste toelating van de auto in Duitsland is 28 september 2017 en op het moment van de BPM-aangifte was 27.389 km met de auto gereden. In verband met de registratie in het kentekenregister heeft de belastingplichtige op basis van een taxatierapport aangifte voor de BPM gedaan. Door de taxateur is bij de taxatie rekening gehouden met het feit dat de auto een ex-rental is en heeft de waarde daarom € 1.200 lager vastgesteld. De auto-eigenaar heeft € 3.927 aan BPM voldaan. De inspecteur heeft op 18 december 2018 een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 3.200. Voor de handelswaarde van € 42.986 baseert de inspecteur zich op de koerslijst van X-RAY. Daarbij is geen rekening gehouden met het feit dat het om een ex-rental gaat. Volgens de rechtbank is de naheffingsaanslag terecht opgelegd. Wel wordt een waardevermindering van 3% toegepast omdat het om een ex-rental gaat. Voor Hof Arnhem is het alleen nog de vraag of er terecht rekening is gehouden met een waardevermindering van 3%. Volgens de inspecteur heeft de auto-eigenaar niet aangetoond dat sprake is van een ex-rental. Wanneer de belastingplichtige gebruik maakt van een in de handel algemeen toegepaste koerslijst waarin ‘ex-rental’ als variabele is opgenomen – zoals in de door de inspecteur toegepaste XRAY-koerslijst – moet ervan worden uitgegaan dat het voor de waardebepaling van een personenauto verschil maakt of de desbetreffende personenauto als ‘rental’ is gebruikt of niet. Omdat vaststaat dat de auto een ex-rentalvoertuig is, brengt dit mee dat bij toepassing van de XRAY-koerslijst de aan deze factor te verbinden waardevermindering kan worden toegepast. Omdat de auto-eigenaar geen koerslijst heeft toegepast waarin de negatieve factor van het huurverleden is verdisconteerd in de handelsinkoopwaarde, moet hij langs andere weg bewijs leveren dat en in hoeverre de omstandigheid van ‘ex-rental’ een waardevermindering tot gevolg heeft. Volgens het hof is de auto-eigenaar hierin geslaagd. Daarbij laat het hof meewegen dat de auto in de ‘rental’-periode intensief is gebruikt – de ‘rental’periode van de auto heeft minder dan één jaar geduurd en in die periode is met de auto meer dan 27.000 kilometer gereden – zodat aannemelijk is dat een waardevermindering in aanmerking genomen moet worden. Ter onderbouwing van de door de belastingplichtige voorgestane waardevermindering van 3%, ofwel € 1.289, heeft de belastingplichtige gewezen op de praktijkervaring van zijn gemachtigde en het door hem ingebrachte taxatierapport waarin een waardevermindering van € 1.200 in aanmerking is genomen ter zake van de omstandigheid van ‘ex-rental’. Gelet daarop acht het hof een waardevermindering van 3% aannemelijk. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 15-06-2021