Tozo terecht ingetrokken en teruggevorderd

09 februari 2022

De gemeente Rotterdam heeft volgens Rechtbank Rotterdam de Tozo terecht ingetrokken en teruggevorderd. De zelfstandig ondernemer heeft verklaard aan het urencriterium te voldoen. Uit onderzoek is echter niet aannemelijk geworden dat hij aan het urencriterium heeft voldaan. Bovendien heeft de ondernemer zijn inlichtingenplicht geschonden.
En man verricht in 2020 en 2021 werkzaamheden als zelfstandige. De zelfstandige ondernemer heeft drie aanvragen ingediend bij de gemeente Rotterdam voor uitkeringen volgens de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Bij de aanvraag van de uitkeringen heeft de ondernemer verklaard te voldoen aan de voorwaarde op jaarbasis ten minste 1.225 uur (urencriterium) aan zijn onderneming te besteden. Daarom heeft de gemeente de aanvragen toegewezen. Op 8 februari 2021 besluit de gemeente echter de uitkeringen in te trekken en de verleende bijstand terug te vorderen. Aan dit besluit van de gemeente ligt ten grondslag dat de ondernemer zijn inlichtingenplicht heeft geschonden. Hij heeft verklaard aan het urencriterium te voldoen maar heeft dat niet aannemelijk gemaakt. Verder heeft de ondernemer niet duidelijk gemaakt wat zijn inkomsten zijn geweest. Daardoor heeft de gemeente het recht op bijstand voor de ondernemer niet kunnen vaststellen. Bovendien is de ondernemer ook nog gedetineerd geweest. De ondernemer is het niet eens met de terugvordering en meent dat de gemeente in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel heeft gehandeld. Namelijk door na drie toekenningen de bijstand terug te vorderen. Rechtbank Rotterdam is het hier niet mee eens. Om in aanmerking voor de TOZO te komen moet een zelfstandig ondernemer een aantal verklaringen afleggen of informatie verstrekken. Ook moet de zelfstandig ondernemer op verzoek of onverwijld uit eigen beweging feiten en omstandigheden doorgeven aan de gemeente waarvan hij weet dat die van invloed zijn of kunnen zijn op het recht op bijstand. Dat heeft de ondernemer niet gedaan, dus bestaat er geen recht op Tozo. De rechtbank verwerpt ook het beroep van de ondernemer op de zesmaandenjurisprudentie. Deze is van toepassing als het bestuursorgaan de keuze heeft om een onverschuldigd betaalde uitkering terug te vorderen, zoals blijkt uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 januari 2020. De ondernemer heeft zijn inlichtingenplicht geschonden. Door schending van die inlichtingenplicht is er geen sprake meer van een keuze om de onverschuldigde bijstand terug te vorderen. De gemeente is hiertoe verplicht. Bron: Rb. Rotterdam 31-01-2022 (gepubl. 01-02-2022)
Terug naar overzicht