Actueel
Tbs-regeling niet van toepassing bij huwelijksgemeenschap
09 december 2020
Behoort een pand tot de huwelijksgemeenschap van een echtpaar dat in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd? En oefent dit echtpaar in firma-verband een onderneming uit, waarbij beide partners gerechtigd zijn tot 50% van de overwinst? Dan is volgens Hof Den Haag geen sprake van een terbeschikkingstelling van een gedeelte van het pand door de ene echtgenoot aan de andere.
Een echtpaar is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Zij oefenen in een vennootschap onder firma gezamenlijk een brood- en banketbakkersbedrijf uit. Tot de huwelijksgemeenschap behoort een pand. Dit pand bestaat uit een bovenwoning waarin kamers aan studenten worden verhuurd. De benedenverdieping is een winkelgedeelte met werkplaats/magazijn. Het pand is niet gesplitst. Er is een gemeenschappelijke sanitaire ruimte aanwezig. De bovenverdieping is alleen met een trap vanuit het magazijn bereikbaar. Bij Hof Den Haag is het de vraag of iedere echtgenoot op zijn aandeel in het ondernemingsgedeelte van het pand voor de helft de tbs-regeling moet toepassen. Partijen zijn het erover eens dat het pand keuzevermogen is en dat het echtpaar het volledige pand dus tot het privévermogen mag rekenen. Het hof stelt vast dat beide echtelieden volledig bestuursbevoegd zijn ten aanzien van het pand. Het echtpaar gebruikt het ondernemingsgedeelte van het pand in de gezamenlijk in firma-verband uitgeoefende onderneming. Het hof is daarom van mening dat de ene echtgenoot niet een gedeelte van het ondernemingsgedeelte van het pand ter beschikking stelt aan de andere echtgenoot volgens de tbs-regeling. De bakker gebruikt zijn aandeel in het pand in zijn eigen (subjectieve) onderneming. De andere helft gebruikt zijn vrouw voor haar onderneming. Elke echtgenoot moet de helft van het ondernemingsgedeelte van het pand tot het box 3-vermogen rekenen. Voor het ondernemingsgedeelte van het eigen aandeel in het pand mag iedere echtgenoot een fictieve gebruiksvergoeding in rekening brengen. Die gebruiksvergoeding bedraagt maximaal het voordeel uit sparen en beleggen (box 3) en is aftrekbaar van de winst. Bron: Hof Den Haag 20-10-2020
Terug naar overzicht
Een echtpaar is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Zij oefenen in een vennootschap onder firma gezamenlijk een brood- en banketbakkersbedrijf uit. Tot de huwelijksgemeenschap behoort een pand. Dit pand bestaat uit een bovenwoning waarin kamers aan studenten worden verhuurd. De benedenverdieping is een winkelgedeelte met werkplaats/magazijn. Het pand is niet gesplitst. Er is een gemeenschappelijke sanitaire ruimte aanwezig. De bovenverdieping is alleen met een trap vanuit het magazijn bereikbaar. Bij Hof Den Haag is het de vraag of iedere echtgenoot op zijn aandeel in het ondernemingsgedeelte van het pand voor de helft de tbs-regeling moet toepassen. Partijen zijn het erover eens dat het pand keuzevermogen is en dat het echtpaar het volledige pand dus tot het privévermogen mag rekenen. Het hof stelt vast dat beide echtelieden volledig bestuursbevoegd zijn ten aanzien van het pand. Het echtpaar gebruikt het ondernemingsgedeelte van het pand in de gezamenlijk in firma-verband uitgeoefende onderneming. Het hof is daarom van mening dat de ene echtgenoot niet een gedeelte van het ondernemingsgedeelte van het pand ter beschikking stelt aan de andere echtgenoot volgens de tbs-regeling. De bakker gebruikt zijn aandeel in het pand in zijn eigen (subjectieve) onderneming. De andere helft gebruikt zijn vrouw voor haar onderneming. Elke echtgenoot moet de helft van het ondernemingsgedeelte van het pand tot het box 3-vermogen rekenen. Voor het ondernemingsgedeelte van het eigen aandeel in het pand mag iedere echtgenoot een fictieve gebruiksvergoeding in rekening brengen. Die gebruiksvergoeding bedraagt maximaal het voordeel uit sparen en beleggen (box 3) en is aftrekbaar van de winst. Bron: Hof Den Haag 20-10-2020