Actueel
Regeling aftrek specifieke zorgkosten discrimineert
30 juli 2021
Twee mannen die een relatie en een kinderwens hebben kunnen de kosten voor een IVF-behandeling niet in aftrek brengen. Rechtbank Gelderland vindt dat de wettelijke regeling voor de aftrek van specifieke zorgkosten discriminatoir is voor homoseksuele stellen. Toch kan de rechtbank geen rechtsherstel bieden.
De heer X heeft een relatie met de heer Y. Beiden willen graag kinderen. Daarom hebben zij in 2016 deelgenomen aan een draagmoederschapprogramma in de VS. De heer X wil de kosten voor de IVF-behandeling in aftrek brengen op zijn inkomen, maar de inspecteur staat de aftrek niet toe. In geschil bij Rechtbank Gelderland is de aftrek voor de gemaakte IVF-kosten. Allereerst gaat de rechtbank in op de vraag of de uitgaven voor IVF-behandeling specifieke zorgkosten zijn. In dit geval zijn de kosten voor de IVF-behandeling geen specifieke zorgkosten. Deze kosten staan namelijk niet in verband met ziekte of invaliditeit van de heer X. Hij is niet onvruchtbaar. Het niet kunnen krijgen van kinderen komt bij de heer X niet door een medische of lichamelijke afwijking. De rechtbank constateert dat heteroseksuele stellen of lesbische paren wel uitgaven voor IVF-behandeling in aftrek kunnen brengen. De situatie van de heer X en zijn partner is volgens de rechtbank te vergelijken met die van stellen en vrouwen die door onvruchtbaarheid niet op een natuurlijke wijze kinderen kunnen krijgen en een IVF-behandeling ondergaan om hun kinderwens te realiseren. De situatie van de heer X en zijn partner verschilt wel van voornoemde groepen. De heer X en de heer Y zijn niet onvruchtbaar. Toch ziet de rechtbank geen relevant verschil in het gegeven dat een vrouw vanwege onvruchtbaarheid van zichzelf of haar partner, niet zwanger kan worden en twee personen van het mannelijk geslacht die nooit op een natuurlijke wijze een kind kunnen krijgen. Er bestaat voor de ongelijke behandeling van de heer X en zijn partner voor de aftrek van de kosten van de IVF-behandeling geen redelijke en objectieve rechtvaardiging. Tocht krijgt de heer X zijn geclaimde aftrek niet. De rechtbank meent namelijk dat de wetgever de wet dient aan te passen, De rechtbank zelf kan geen rechtsherstel bieden. Bron: Rb. Gelderland 28-07-2021
Terug naar overzicht
De heer X heeft een relatie met de heer Y. Beiden willen graag kinderen. Daarom hebben zij in 2016 deelgenomen aan een draagmoederschapprogramma in de VS. De heer X wil de kosten voor de IVF-behandeling in aftrek brengen op zijn inkomen, maar de inspecteur staat de aftrek niet toe. In geschil bij Rechtbank Gelderland is de aftrek voor de gemaakte IVF-kosten. Allereerst gaat de rechtbank in op de vraag of de uitgaven voor IVF-behandeling specifieke zorgkosten zijn. In dit geval zijn de kosten voor de IVF-behandeling geen specifieke zorgkosten. Deze kosten staan namelijk niet in verband met ziekte of invaliditeit van de heer X. Hij is niet onvruchtbaar. Het niet kunnen krijgen van kinderen komt bij de heer X niet door een medische of lichamelijke afwijking. De rechtbank constateert dat heteroseksuele stellen of lesbische paren wel uitgaven voor IVF-behandeling in aftrek kunnen brengen. De situatie van de heer X en zijn partner is volgens de rechtbank te vergelijken met die van stellen en vrouwen die door onvruchtbaarheid niet op een natuurlijke wijze kinderen kunnen krijgen en een IVF-behandeling ondergaan om hun kinderwens te realiseren. De situatie van de heer X en zijn partner verschilt wel van voornoemde groepen. De heer X en de heer Y zijn niet onvruchtbaar. Toch ziet de rechtbank geen relevant verschil in het gegeven dat een vrouw vanwege onvruchtbaarheid van zichzelf of haar partner, niet zwanger kan worden en twee personen van het mannelijk geslacht die nooit op een natuurlijke wijze een kind kunnen krijgen. Er bestaat voor de ongelijke behandeling van de heer X en zijn partner voor de aftrek van de kosten van de IVF-behandeling geen redelijke en objectieve rechtvaardiging. Tocht krijgt de heer X zijn geclaimde aftrek niet. De rechtbank meent namelijk dat de wetgever de wet dient aan te passen, De rechtbank zelf kan geen rechtsherstel bieden. Bron: Rb. Gelderland 28-07-2021