Recht op voorbelasting ondanks tegenwerking bij controle

30 juni 2022

Ook als een btw-ondernemer tijdens een boekenonderzoek de controlerend ambtenaren soms belemmert, heeft hij in beginsel toch recht op aftrek van voorbelasting.

Een btw-ondernemer is in de jaren 2012 en 2013 actief op het gebied van de informatietechnologie. Bovendien houdt hij zich bezig met de jacht op wild en heeft daarvoor een jachtvergunning voor een gebied in Duitsland. Hij dient in 2012 en 2013 kwartaalaangiften omzetbelasting in. Hoewel hij telkens een verschuldigde belasting van nihil aangeeft ter zake van leveringen en diensten, geeft hij € 8.351 (2012) en € 4.767 (2013) aan voorbelasting op. De inspecteur verleent hem daarom hem teruggaven. Wanneer de Belastingdienst echter een boekenonderzoek bij de man houdt, kan de man volgens de fiscus onvoldoende toelichting geven op de geclaimde voorbelasting. De man krijgt daarom naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd. Hij gaat daartegen in bezwaar en beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ten eerste dat de naheffingsaanslag OB 2012 terecht en voor het juiste bedrag is opgelegd. Maar dat is anders bij de naheffingsaanslag 2013. De partijen zijn akkoord dat de man in 2013 prestaties heeft verricht als btw-ondernemer. Hij heeft daarvoor recht op aftrek van voorbelasting. Volgens het hof is het aannemelijk dat de man beschikt over facturen waaruit recht op aftrek van voorbelasting voortvloeit. Hij heeft namelijk tijdens het boekenonderzoek een controlerend ambtenaar een map met facturen ter inzage gegeven. Daarna heeft hij met zijn houding deze ambtenaar tegengewerkt. Daardoor is de controle niet optimaal uitgevoerd. Maar dat is onvoldoende reden voor de Belastingdienst om hem alle aftrek van voorbelasting te weigeren. Het hof benadrukt vervolgens nog eens dat het recht op aftrek van voorbelasting een essentieel recht is binnen de btw-heffing.
Ook vindt het hof dat de inspecteur de ondernemer meer heeft moeten wijzen op de noodzaak van het verstrekken van nadere gegevens. De inspecteur werpt tegen dat de ondernemer hem in gebreke heeft gesteld, zodat hij zich onder druk voelde staan om snel uitspraak te doen. Maar dat maakt een en ander niet anders, aldus het hof. Het hof oordeelt dan ook dat 50% van de voorbelasting die de man heeft opgegeven in zijn aangifte, aftrekbaar is.


Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 14-06-2022 (gepubl. 24-06-2022)

Terug naar overzicht