Actueel
Onjuiste uitnodiging komt voor rekening fiscus
02 februari 2022
Nodigt de Belastingdienst een binnenlands belastingplichtige uit om een IB-aangifte als buitenlandse belastingplichtige in te dienen? Dan valt die belastingplichtige niet te verwijten dat hij zijn aangifteplicht heeft geschonden door als buitenlands belastingplichtige zijn aangifte in te dienen.
Een belastingadviseur met een Thaise partner is ingeschreven in Thailand. Dat weerhoudt hem er niet van om in Nederland te werken en daar ook vaak te verblijven. Hij krijgt een uitnodiging om aangiftes IB/PVV 2011 tot en met 2014 te doen als buitenlands belastingplichtige. De belastingadviseur doet dat ook. Rond die tijd reikt de inspecteur informatiebeschikkingen 2011 tot en met 2013 aan de man uit. Deze beschikkingen komen te vervallen wanneer de Belastingdienst de aanslagen over die jaren vaststelt. Zo is de aanslag IB/PVV 2011 opgelegd met dagtekening 18 november 2015. Bij het opleggen van de aanslagen is de fiscus ervan uitgegaan dat de belastingadviseur binnenlands belastingplichtig is. De man gaat in beroep tegen de aanslagen. Hof Den Haag oordeelt onder andere dat de man fiscaal gezien inwoner van Nederland is. Verder vindt een verlenging van de aanslagtermijn voor 2011 plaats. Deze verlenging bestaat uit de periode tussen het geven van de informatiebeschikking en het vervallen daarvan. Bovendien meent het hof dat omkering en verzwaring van de bewijslast moest plaatsvinden. De reden is dat de man de vereiste aangiften als binnenlandse belastingplichtige niet heeft gedaan. Daarmee heeft hij zijn aangifteplicht geschonden, aldus het hof. De belastingadviseur bestrijdt in cassatie onder andere het oordeel over de verlenging van de aanslagtermijn. Maar de Hoge Raad verwerpt dit standpunt. De Hoge Raad licht toe dat de wet inderdaad bepaalt dat de termijnverlenging eindigt op het moment waarop de informatiebeschikking onherroepelijk komt vast te staan of wordt vernietigd. Maar een redelijke wetstoepassing brengt volgens de Hoge Raad het volgende mee. Ook in het geval waarin de informatiebeschikking van rechtswege vervalt door oplegging van de aanslag, dient een verlenging van de aanslagtermijn plaats te vinden. Deze verlenging eindigt op het moment van het vervallen van de informatiebeschikking. Wat betreft de klacht van de man over het niet doen van de vereiste aangiften heeft hij meer succes. Hij is immers uitgenodigd om aangiften IB/PVV te doen als buitenlands belastingplichtige en heeft die aangiften ook ingediend. Hij is dus niet uitgenodigd om aangiften te doen als binnenlands belastingplichtige. In die situatie valt niet te zeggen dat de man zijn aangifteplicht heeft verzaakt. De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van Hof Den Haag. Vervolgens verwijst de Hoge Raad de zaak door naar Hof Amsterdam. Bron: Hoge Raad 28-01-2022
Terug naar overzicht
Een belastingadviseur met een Thaise partner is ingeschreven in Thailand. Dat weerhoudt hem er niet van om in Nederland te werken en daar ook vaak te verblijven. Hij krijgt een uitnodiging om aangiftes IB/PVV 2011 tot en met 2014 te doen als buitenlands belastingplichtige. De belastingadviseur doet dat ook. Rond die tijd reikt de inspecteur informatiebeschikkingen 2011 tot en met 2013 aan de man uit. Deze beschikkingen komen te vervallen wanneer de Belastingdienst de aanslagen over die jaren vaststelt. Zo is de aanslag IB/PVV 2011 opgelegd met dagtekening 18 november 2015. Bij het opleggen van de aanslagen is de fiscus ervan uitgegaan dat de belastingadviseur binnenlands belastingplichtig is. De man gaat in beroep tegen de aanslagen. Hof Den Haag oordeelt onder andere dat de man fiscaal gezien inwoner van Nederland is. Verder vindt een verlenging van de aanslagtermijn voor 2011 plaats. Deze verlenging bestaat uit de periode tussen het geven van de informatiebeschikking en het vervallen daarvan. Bovendien meent het hof dat omkering en verzwaring van de bewijslast moest plaatsvinden. De reden is dat de man de vereiste aangiften als binnenlandse belastingplichtige niet heeft gedaan. Daarmee heeft hij zijn aangifteplicht geschonden, aldus het hof. De belastingadviseur bestrijdt in cassatie onder andere het oordeel over de verlenging van de aanslagtermijn. Maar de Hoge Raad verwerpt dit standpunt. De Hoge Raad licht toe dat de wet inderdaad bepaalt dat de termijnverlenging eindigt op het moment waarop de informatiebeschikking onherroepelijk komt vast te staan of wordt vernietigd. Maar een redelijke wetstoepassing brengt volgens de Hoge Raad het volgende mee. Ook in het geval waarin de informatiebeschikking van rechtswege vervalt door oplegging van de aanslag, dient een verlenging van de aanslagtermijn plaats te vinden. Deze verlenging eindigt op het moment van het vervallen van de informatiebeschikking. Wat betreft de klacht van de man over het niet doen van de vereiste aangiften heeft hij meer succes. Hij is immers uitgenodigd om aangiften IB/PVV te doen als buitenlands belastingplichtige en heeft die aangiften ook ingediend. Hij is dus niet uitgenodigd om aangiften te doen als binnenlands belastingplichtige. In die situatie valt niet te zeggen dat de man zijn aangifteplicht heeft verzaakt. De Hoge Raad vernietigt daarom de uitspraak van Hof Den Haag. Vervolgens verwijst de Hoge Raad de zaak door naar Hof Amsterdam. Bron: Hoge Raad 28-01-2022