Actueel
Ondernemersrisico door moeten wachten op betaling afnemer
18 mei 2022
Stel dat een opdrachtnemer een grote afnemer heeft die pas betaalt als hij zelf ook zijn geld heeft ontvangen. Dit wijst erop dat de opdrachtnemer ondernemingsrisico loopt.
Een man stopt op 30 juni 2014 met zijn handel in tweedehandsgoederen en oefent vanaf maart 2015 een klusbedrijf uit. Concreet gezien gaat het hierbij om bouwwerkzaamheden die feitelijk plaatsvinden op een bouwplaats. De man en de Belastingdienst worden het niet eens over de fiscale kwalificatie van het klusbedrijf. De man stelt dat hij al in 2015 winst uit onderneming genoot met het klusbedrijf. Daarom claimt hij de ondernemersaftrek. De inspecteur meent echter dat de man toen nog resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) heeft genoten. Rechtbank Noord-Nederland stelt de man in het gelijk, maar de Belastingdienst gaat in hoger beroep. De fiscus betoogt voor Hof Arnhem-Leeuwarden dat de man in 2015 maar één afnemer heeft. Maar het hof merkt op dat de man in latere jaren meer opdrachtgevers had. Men moet hier het werken voor één opdrachtgever niet los zien van het werken voor meer opdrachtgevers in latere jaren. Het is vrij gebruikelijk dat een startende ondernemer slechts weinig afnemers heeft. Bovendien heeft de man geprobeerd om via mond-tot-mondreclame en het leggen van contacten meer opdrachtgevers te krijgen, wat hem ook is gelukt. Verder betwist de inspecteur dat de man ondernemersrisico heeft gelopen. Maar de man maakt aannemelijk dat hij alleen betaald kreeg voor zijn werkzaamheden als de ene afnemer betaald kreeg. De man heeft dus wel degelijk ondernemersrisico gelopen. Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur dan ook ongegrond. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 03-05-2022 (gepubl. 13-05-2022)
Terug naar overzicht
Een man stopt op 30 juni 2014 met zijn handel in tweedehandsgoederen en oefent vanaf maart 2015 een klusbedrijf uit. Concreet gezien gaat het hierbij om bouwwerkzaamheden die feitelijk plaatsvinden op een bouwplaats. De man en de Belastingdienst worden het niet eens over de fiscale kwalificatie van het klusbedrijf. De man stelt dat hij al in 2015 winst uit onderneming genoot met het klusbedrijf. Daarom claimt hij de ondernemersaftrek. De inspecteur meent echter dat de man toen nog resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) heeft genoten. Rechtbank Noord-Nederland stelt de man in het gelijk, maar de Belastingdienst gaat in hoger beroep. De fiscus betoogt voor Hof Arnhem-Leeuwarden dat de man in 2015 maar één afnemer heeft. Maar het hof merkt op dat de man in latere jaren meer opdrachtgevers had. Men moet hier het werken voor één opdrachtgever niet los zien van het werken voor meer opdrachtgevers in latere jaren. Het is vrij gebruikelijk dat een startende ondernemer slechts weinig afnemers heeft. Bovendien heeft de man geprobeerd om via mond-tot-mondreclame en het leggen van contacten meer opdrachtgevers te krijgen, wat hem ook is gelukt. Verder betwist de inspecteur dat de man ondernemersrisico heeft gelopen. Maar de man maakt aannemelijk dat hij alleen betaald kreeg voor zijn werkzaamheden als de ene afnemer betaald kreeg. De man heeft dus wel degelijk ondernemersrisico gelopen. Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur dan ook ongegrond. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 03-05-2022 (gepubl. 13-05-2022)