Niet-bezwaarmakers box 3 krijgen geen compensatie

22 september 2022

Op Prinsjesdag heeft staatssecretaris Van Rij in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven waarom aan niet-bezwaarmakers geen rechtsherstel wordt geboden. In de brief meldt hij dat het kabinet tijdens de integrale besluitvorming over de begroting hiertoe heeft besloten. De brief bevat een toelichting op dit besluit.

In de podcast ‘Betrouwbare Bronnen’ gaf de staatssecretaris Van Rij onlangs aan dat niet-bezwaarmakers om ambtshalve vermindering kunnen verzoeken als het werkelijk rendement in de afgelopen jaren lager was dan het forfaitaire rendement in box 3. Daarbij gaf hij aan hier verder niet op vooruit te willen lopen, omdat hij hier op Prinsjesdag op terugkomt. Dit werd in de media als een positief signaal opgevat.
In de brief geeft de staatssecretaris echter aan dat verzoeken om ambtshalve vermindering zullen worden afgewezen. Dit is in lijn met het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022.
De eerder geschetste scenario’s voor rechtsherstel voor de niet-bezwaarmakers zijn afgewogen tegen de vele andere vraagstukken die momenteel een rol spelen bij het opstellen van de begroting, zoals compensatie voor koopkrachtverslechtering vanwege de zeer hoge inflatie. Het kabinet heeft in dit verband alles afwegend besloten om de beperkt beschikbare budgettaire middelen in te zetten voor het ondersteunen van de koopkracht van burgers en om geen herstel te bieden aan niet-bezwaarmakers.
Overigens blijkt uit het pakket Belastingplan 2023 dat voor de aanslagen over de kalenderjaren 2021 en 2022 rekening wordt gehouden met de forfaitaire spaarvariant uit het besluit rechtsherstel box 3 mits dat voordeliger is. Die aanslagen lager worden vastgesteld indien de nieuwe berekening van het voordeel uit sparen en beleggen lager uitkomt dan de oorspronkelijke berekening in box 3.

Bron: MvF 20-09-2022

Terug naar overzicht