Actueel
Dga’s niet in dienstbetrekking werkzaam bij werk-bv
02 september 2021
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen de dga’s en de werkmaatschappij niet aannemelijk heeft gemaakt. De dga’s zijn daardoor niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
De heren A en B zijn dga van respectievelijk A Holding bv en B Holding bv. Zij houden indirect ieder 27,5% van de aandelen in een werk-bv. De heren C en D zijn dga van respectievelijk C Holding bv en D Holding bv en hebben ieder indirect 22,5% van de aandelen in de werk-bv. De heren zijn in dienst bij hun eigen holding. Die holdings verrichten op haar beurt managementactiviteiten voor een gemeenschappelijke holding, Y holding bv, die op haar beurt managementactiviteiten verricht voor de werk-bv. Volgens de inspecteur zijn de heren A, B, C en D in dienstbetrekking werkzaam bij de werk-bv. Daardoor zijn zij verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hof Arnhem-Leeuwarden is net als de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een dienstbetrekking tussen de dga’s en de werk-bv. Uit de feitelijke gang van zaken leidt het hof af dat de dga’s zich bezighouden met bestuurs- en managementtaken. De rechtsverhoudingen die aan de uitoefening bestuurs- en managementtaken ten grondslag liggen, zijn de managementovereenkomsten en de arbeidsovereenkomsten. De inspecteur heeft niet aangetoond dat er een arbeidsrelatie is tussen de dga’s en de werk-bv. Zo is er in de managementovereenkomsten niets opgenomen waaruit zou blijken dat er een arbeidsovereenkomst is. Ook is bij de beëindiging van de samenwerking met twee partners gehandeld zoals bij een overeenkomst van opdracht past en niet via het arbeidsrecht. A Holding bv, B Holding bv, C Holding bv en D Holding bv hebben ook facturen met btw gestuurd voor de door hen verrichte managementwerkzaamheden voor Y holding bv . De inspecteur is voorts van oordeel dat de feiten fiscaal moeten worden geherkwalificeerd. Het hof is het daar niet mee eens. Het gaat hier niet om belastingheffing, maar om werknemersverzekeringen. Het is bovendien onduidelijk wat het economische resultaat van de gekozen rechtsvorm, de houdsterstructuur en de managementovereenkomsten, is. Ook is onduidelijk waarom de gevolgen voor de werknemersverzekeringen door voornoemde structuur onaanvaardbaar zouden zijn. Er is geen privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen de werk-bv en de dga’s. Zij zijn niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 17-08-2021 (gepubl. 27-08-2021)
Terug naar overzicht
De heren A en B zijn dga van respectievelijk A Holding bv en B Holding bv. Zij houden indirect ieder 27,5% van de aandelen in een werk-bv. De heren C en D zijn dga van respectievelijk C Holding bv en D Holding bv en hebben ieder indirect 22,5% van de aandelen in de werk-bv. De heren zijn in dienst bij hun eigen holding. Die holdings verrichten op haar beurt managementactiviteiten voor een gemeenschappelijke holding, Y holding bv, die op haar beurt managementactiviteiten verricht voor de werk-bv. Volgens de inspecteur zijn de heren A, B, C en D in dienstbetrekking werkzaam bij de werk-bv. Daardoor zijn zij verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Hof Arnhem-Leeuwarden is net als de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een dienstbetrekking tussen de dga’s en de werk-bv. Uit de feitelijke gang van zaken leidt het hof af dat de dga’s zich bezighouden met bestuurs- en managementtaken. De rechtsverhoudingen die aan de uitoefening bestuurs- en managementtaken ten grondslag liggen, zijn de managementovereenkomsten en de arbeidsovereenkomsten. De inspecteur heeft niet aangetoond dat er een arbeidsrelatie is tussen de dga’s en de werk-bv. Zo is er in de managementovereenkomsten niets opgenomen waaruit zou blijken dat er een arbeidsovereenkomst is. Ook is bij de beëindiging van de samenwerking met twee partners gehandeld zoals bij een overeenkomst van opdracht past en niet via het arbeidsrecht. A Holding bv, B Holding bv, C Holding bv en D Holding bv hebben ook facturen met btw gestuurd voor de door hen verrichte managementwerkzaamheden voor Y holding bv . De inspecteur is voorts van oordeel dat de feiten fiscaal moeten worden geherkwalificeerd. Het hof is het daar niet mee eens. Het gaat hier niet om belastingheffing, maar om werknemersverzekeringen. Het is bovendien onduidelijk wat het economische resultaat van de gekozen rechtsvorm, de houdsterstructuur en de managementovereenkomsten, is. Ook is onduidelijk waarom de gevolgen voor de werknemersverzekeringen door voornoemde structuur onaanvaardbaar zouden zijn. Er is geen privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen de werk-bv en de dga’s. Zij zijn niet verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 17-08-2021 (gepubl. 27-08-2021)