Actueel
A-G: beperk rechtsherstel box 3 tot omgezet laat bezwaarschrift
28 april 2022
Hebben belastingplichtigen die niet (tijdig) in bezwaar zijn gegaan tegen de vermogensmix in box 3 recht op rechtsherstel? In principe niet, zo concludeert Advocaat-generaal Niessen. Dat is anders als het late bezwaarschrift al vóór het Kerstarrest is aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering.
In zijn conclusie van 24 februari 2022 is Advocaat-generaal (A-G) Niessen ingegaan op de gevolgen van het Kerstarrest. Maar nu komt hij met een aanvullende conclusie. Daarin behandelt hij de vraag of belastingplichtigen die niet (tijdig) bezwaar hebben ingediend tegen de box 3-heffing vanaf 2017 ook recht hebben op rechtsherstel. Bij zijn conclusie ligt de focus op de belanghebbende die probeert met een verzoek om ambtshalve vermindering zijn gelijk te halen. De Belastingdienst wijst zo’n verzoek om ambtshalve vermindering af als de onjuistheid van de belastingaanslag voortvloeit uit rechtspraak die te laat is. In dit kader is rechtspraak te laat als de uitspraak is gewezen nadat de belastingaanslag onherroepelijk vaststaat. Overigens kan de Minister van Financiën een uitzondering maken op de regel dat een ambtshalve vermindering achterwege blijft bij te late rechtspraak. In beginsel hoeft hij dat echter niet te doen van de A-G. Toch is er een situatie waarin een uitzondering geldt op de regel dat de inspecteur een verzoek om ambtshalve bezwaar van een late bezwaarmaker afwijst. Deze uitzondering is aan de orde als de Belastingdienst het bezwaarschrift al in de periode vóór het Kerstarrest heeft aangemerkt als een verzoek tot ambtshalve vermindering. Deze situatie heeft zich ook voorgedaan in de cassatieprocedure waarop de conclusie van de A-G ziet. Uit de rechtspraak vóór het indienen van het verzoek om ambtshalve vermindering is al gebleken dat de aanslag IB/PVV onjuist is. De kern van deze eerdere jurisprudentie is niet gewijzigd. Daarnaast is in deze situatie geen sprake van een onherroepelijke aanslag zolang de weg van de ambtshalve aanslag nog openstaat. Daarom adviseert hij de Hoge Raad om het desbetreffende cassatieberoep gegrond te verklaren, maar alleen voor zover het gaat om de jaren 2017 en 2018. Bron: AG Niessen 24-03-2022 (gepubl. 21-04-2022)
Terug naar overzicht
In zijn conclusie van 24 februari 2022 is Advocaat-generaal (A-G) Niessen ingegaan op de gevolgen van het Kerstarrest. Maar nu komt hij met een aanvullende conclusie. Daarin behandelt hij de vraag of belastingplichtigen die niet (tijdig) bezwaar hebben ingediend tegen de box 3-heffing vanaf 2017 ook recht hebben op rechtsherstel. Bij zijn conclusie ligt de focus op de belanghebbende die probeert met een verzoek om ambtshalve vermindering zijn gelijk te halen. De Belastingdienst wijst zo’n verzoek om ambtshalve vermindering af als de onjuistheid van de belastingaanslag voortvloeit uit rechtspraak die te laat is. In dit kader is rechtspraak te laat als de uitspraak is gewezen nadat de belastingaanslag onherroepelijk vaststaat. Overigens kan de Minister van Financiën een uitzondering maken op de regel dat een ambtshalve vermindering achterwege blijft bij te late rechtspraak. In beginsel hoeft hij dat echter niet te doen van de A-G. Toch is er een situatie waarin een uitzondering geldt op de regel dat de inspecteur een verzoek om ambtshalve bezwaar van een late bezwaarmaker afwijst. Deze uitzondering is aan de orde als de Belastingdienst het bezwaarschrift al in de periode vóór het Kerstarrest heeft aangemerkt als een verzoek tot ambtshalve vermindering. Deze situatie heeft zich ook voorgedaan in de cassatieprocedure waarop de conclusie van de A-G ziet. Uit de rechtspraak vóór het indienen van het verzoek om ambtshalve vermindering is al gebleken dat de aanslag IB/PVV onjuist is. De kern van deze eerdere jurisprudentie is niet gewijzigd. Daarnaast is in deze situatie geen sprake van een onherroepelijke aanslag zolang de weg van de ambtshalve aanslag nog openstaat. Daarom adviseert hij de Hoge Raad om het desbetreffende cassatieberoep gegrond te verklaren, maar alleen voor zover het gaat om de jaren 2017 en 2018. Bron: AG Niessen 24-03-2022 (gepubl. 21-04-2022)